
Iduna Paalman
Herinneringen aan Hamburg
1 februari 2024
Meer dan twee maanden later. Ik zit in de trein met een belachelijk grote koffer waar vooral boeken in zitten. Ik ben een trage lezer en weet dat ik tijdens de residentie in het mare-Künstlerhaus in Hamburg waar ik naartoe op weg ben niet eens een kwart van alle boeken zal lezen. En toch. Ik wil kunnen kiezen.
Als ik aankom in het huis, dat van de overleden schrijver Roger Willemsen is geweest, staat de oven aan. Aardappeltjes, groente, sausjes. Er zijn twee Duitse schrijvers, een dag eerder aangekomen dan ik, en een Hausleiterin, we zijn met z’n vieren nu compleet. De rondleiding gaat langs talloze werkkamers met bibliotheken en badkamers met baden en overal hout en glas-in-lood. Terug in de keuken maken we grapjes over afvalscheiding, dat moet hier met wiskundige precisie worden uitgevoerd. Ze geloven het niet als ik vertel dat in Rotterdam niet eens plastic wordt gescheiden.
Die avond zit ik op bed, alle Duitse woorden en zinsconstructies draaien in me rond, ze waren er altijd nog maar zijn nu na jaren weer opgeschud, mijn kamer is leeg, hotel-achtig, mijn koffer nog dicht. Er komt een appje binnen. Ik lees dat een jongen die ik lang lesgegeven heb overleden is. Ik schrik want het is een plotselinge dood. De komende dagen zal ik moeilijk kunnen aarden hier, zal ik telkens aan de jongen denken.
12 februari 2024
Het regent en regent. Waarom ben ik ook alweer hier? Oh ja, om te schrijven, te lezen, nieuwe dingen uit te proberen. Na te denken over nieuwe gedichten, misschien ook over proza. Waarom lukt het niet goed. Komt het omdat ik heen en weer ben gegaan voor de uitvaart van de jongen, maar dat was toch alleen maar goed, dat was toch fijn. Komt het door de structuurloze dagen, al die ruimte ineens. De nieuwsberichten uit Gaza. De regen, die binnenblijven verzoekt en alles grijzig houdt.
Ik probeer te lezen, waarom ben ik telkens afgeleid. Ik probeer goed te lezen, dingen te onthouden. Ik leer iets: verschillende boeken door elkaar lezen kan gewoon. Het mag. Het ene hoeft niet eerst uit, voor je in het andere begint. Ik lees voor het eerst in mijn leven kriskras alles door elkaar, vooral ’s nachts. In alle ruimte die hier is voor een wekkerloos ritme, blijk ik toch weer een nachtmens. In een boek van Sigrid Nunez lees ik: ‘Only when I was young did I believe that it was important to remember what happened in every novel I read. Now I know the truth: what matters is what you experience while reading, the states of feeling that the story evokes, the questions that rise to your mind, rather than the fictional events described. They should teach you this in school, but they don’t.’
‘s Middags is er voor het eerst echte zon, kort. Ik maak een wandeling om het meer. Waarom zijn we allemaal plantjes, die in de zon meteen even weer blij en hoopvol zijn?
19 februari 2024
Ik droom over te veel kauwgom in mijn mond – je hebt angst om je te uiten. Over slangen – je moet je verleden achter je laten. Over maden die zo groot zijn dat het rupsen konden zijn – die vertegenwoordigen je bezorgdheid voor de dood. Elke ochtend begint met een google-zoektocht. Elke droom kun je uitleggen als symbool voor iets dat je onderdrukt, zo lijkt het. Wat onderdruk ik? Nieuwe ideeën?
Ik schrijf een gedicht en ben niet zo blij. Ruimte hebben betekent ook veel meer plek voor ontevredenheid. ‘Ken je de Bert en Ernie-theorie?’ appt een vriend. ‘Het is afschuwelijk ik heb er de slappe lach om gehad, maar het is wel lekker overzichtelijk.’ De theorie: iedereen heeft een Bert en een Ernie in zich. En als je iets wilt maken, moet Bert zijn mond houden.
’s Avonds ga ik naar de film. Is dat oké? Het is zo gek om alles hier zelf te mogen bepalen, aan niemand verantwoording te hoeven afleggen. Dralen en prutsen, zo heb ik mijn tijd hier vanochtend aan een van de Duitse schrijvers omschreven. Verweilen und rumtrödeln, ik had die woorden al eens opgezocht. Ze begrepen wat ik bedoelde.